Hoe bereik je met afvalcommunicatie bepaalde groepen zonder te weten wat er leeft?

Afgelopen weken organiseerde ik twee keer een webinar over het ontwerpen van communicatie over afvalscheiding. Vele tientallen mensen deden mee, communicatieprofessionals van gemeenten én afvalinzamelaars. Nuttig én leerzaam.

Aan het begin van het webinar vroeg ik deelnemers wat ze graag uit het webinar wilden meenemen. Vaak kwam de vraag naar voren hoe we mensen kunnen bereiken die geen afval scheiden. Of slecht scheiden. Dat is een hamvraag voor afvalscheiding.

Aan het eind van het webinar vroeg ik wie het communicatiemateriaal voorlegt aan de doelgroep vóórdat er gecommuniceerd wordt. Eén persoon stak haar hand op. Zij had haar communicatie uitgetest bij mensen in de bibliotheek. Had een schat aan inzichten opgeleverd.

Daarna vroeg ik wie er mensen uit de doelgroep(en) had gesproken vóór het maken van afvalcommunicatie. Of onderzoek bij of onder de groep(en) had gedaan. Of allebei. Niemand stak zijn hand op.

En dat verbaast me echt: hoe kun je nu tot doel hebben om bepaalde groepen te bereiken met afvalcommunicatie (en -maatregelen!) zonder te weten wat er leeft? Zonder inzicht te hebben in wat mensen weerhoudt om afval te scheiden? Of wat helpt om dat wel te doen? Of beter te doen? Naast inzichten uit gedragskennis en lokale afvalcijfers, lijken me dit soort inzichten cruciaal. Of zie ik nu iets over het hoofd?

#onderbouwafvalcommunicatievoordatjehetmaakt